Dat zei Nout Wellink, president van De Nederlandsche Bank (DNB) tijdens zijn
eerste verhoor voor de Commissie-De Wit, die de oorzaken van de
kredietcrisis onderzoekt.
Volgens Wellink zijn de oorzaken van de kredietcrisis "velerlei".
Het was een "veelkoppig monster" dat toch vooral ontstond in de
Verenigde Staten. Risico’s waren moeilijk te voorzien én te overzien voor de
toezichthouder. Maar de rode lijn die Wellink tijdens het vehoor trok, was
toch vooral het gebrek aan wet- en regelgeving.
DNB opereert nu met gebonden handen. Overheden zijn te terughoudend met nieuwe
regels, omdat ze niet uit de pas willen lopen met andere landen. Dit zou
namelijk de belangen van de eigen financiële sector kunnen schaden. "De
regering moet wel bereid zijn om aan ‘goldplating’ te willen doen",
zegt Wellink. Oftewel: verder willen gaan dan andere landen.
Met de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse financiële sector
moet rekening gehouden worden, maar Nederland moet ook bereid zijn bepaalde
voorstellen toch in te voeren, aldus Wellink.
Bananenrepubliek
Want zonder die politieke, danwel wettelijke dekking, wordt het DNB soms
onmogelijk gemaakt om actie te ondernemen, stelt Wellink.
"Wij zijn een bestuursorgaan. Wij leven niet in een bananenrepubliek. Wij
zijn gebonden aan wetten en regels", aldus Wellink. De schaduwzijde van
die regels is nu eenmaal dat je banken kunt schaden in hun
concurrentiepositie, stelt de DNB-president.
Wellink zei volmondig "ja!" op de vraag van de commissie of DNB de
wettelijke bevoegdheden heeft gebruikt tijdens de crisis. Maar, voegde
Wellinkt toe, je moet als toezichthouder soms ook stilstaan bij de gevolgen
van je acties.
"Als je een bank een aanwijzing geeft, en die ene aanwijzing ontsluit
door clausules in contracten een hele keten aan gevolgen, dan moet je goed
nadenken of je die aanwijzing wel wilt geven."
Politici luisteren niet
Wellink voelde zich internationaal soms "een roepende in de woestijn".
Collega-toezichthouders in andere landen luisterden niet of nauwelijks naar
de voorstellen die hij zou hebben gedaan om het toezicht te verbeteren en
effectiever te maken.
Maar ook politici luisterden niet - en doen dat nog steeds niet, stelt
Wellink.
Basel
Wellink is ook voorzitter van het internationale Basel-comité, dat nadenkt
over de effectiviteit van financiële verslaglegging en hoe die verbeterd kan
worden. In dat overleg zit hij met de 26 toezichthouders van de andere
landen aan tafel. Hij merkt nu al dat bepaalde landen, nu de kredietcrisis
voorbij is, alweer bezig zijn met nieuwe dammen opwerpen tegen al te strenge
nieuwe regelgeving.
Sommige nationale overheden proberen nieuwe regelgeving te sturen via de
centrale bank-directeuren die aanzitten bij het Basel-overleg. Wellink zei
daarom "wel wat meer macht te willen hebben" binnen het
Basel-comité om dergelijk verzet te breken. "In bepaalde landen,
zoals in Frankrijk, zie ik alweer bewegingen", bewegingen die volgens
hem niet helemaal stroken met de wens tot meer transparantie en strengere
regels.
Eén voorbeeld van een tot dusver nog niet door politici ingewilligde wens is
de oprichting van één overkoepelende Europese toezichthouder. Dit zou
pan-Europese toezichtszaken aanmerkelijk vereenvoudigen, vindt Wellink. Tot
nu toe weigeren landen binnen de Europese Unie - zoals Groot-Brittannië -
hier aan mee te werken.
Hypotheken
Ook in eigen land zegt Wellink de politiek al vaker te hebben opgeroepen
bepaalde zaken aan de kaak te stellen. Maar hij vindt geen gehoor,
vermoedelijk omdat die politiek niet goed uitkomen bij verkiezingen.
Zo riep hij in 1999 en in 2003 openlijk op tot het matigen van tophypotheken.
Die vindt Wellink riskant, en hij verwees naar wat er in de Verenigde Staten
is gebeurd. De commissie - bestaande uit parlementariërs - bracht daar
tegenin dat het in de VS toch vooral ging om 'sub-prime'-hypotheken, die
tegen belachelijke voorwaarden gesleten werden aan mensen die de hypotheken
toch eigenlijk niet konden betalen.
Maar Wellink bleef bij zijn waarschuwing. Er kan zich internationaal weer een
groot probleem op de huizenmarkt voordoen en dan kan het grote aantal
tophypotheken in Nederland - deels mogelijk gemaakt door de
hypotheekrenteaftrek - in één keer een groot probleem worden voor de
financiële stabiliteit van banken, en dus het hele Nederlandse financiële
systeem.
De politiek zou dus ook wat vaker mogen luisteren naar de adviezen van DNB,
vindt Wellink. "Mag ik iets geks zeggen? Het zou ook enorm helpen als
u, het parlement, mee zou helpen." Op zijn opmerking ging de
parlementaire commissie niet in.
Geheim
De wettelijke geheimhoudingsplicht van de bank versus de wens tot
transparantie onder politiek en publiek maakt de relatie tussen DNB en het
publieke domein er niet makkelijker op, stelt Wellink.
De toezichthouder wordt vaak aangesproken op zaken die misgaan, maar DNB kan
daar dan niet op reageren omdat dat niet mag. De bank heeft immers een
geheimdhoudingsplicht waar het gaat om individuele financiële instellingen.
Die gedwongen stilte versterkt dan het onterechte idee dat DNB niets doet.
Niets is minder waar, aldus Wellink. "DNB heeft in 2005 en 2006 bij acht
financiële instellingen 'stille curatoren' aangesteld. In vier andere zaken
zijn andere zware maatregelen genomen. Er werden 30 aanwijzingen gegeven."
DNB doet in alle stilte heel veel, vindt Wellink.
Plannen
Wellink ging ook in op de plannen van de Amerikaanse president Barack Obama.
Obama wil onder andere de investeringsactiviteiten bij aparte banken
onderbrengen. Minister Wouter Bos van Financiën en Jean-Claude Trichet,
president van de Europese Centrale Bank, schaarden zich achter Obama's
voorstellen.
De DNB-president vindt echter dat er het één en ander schort aan die plannen.
Het opknippen van banken alleen zal niet helpen. Ten eerste kan een kleine
bank net zo goed voor grote problemen zorgen. Ook kleine banke zijn verweven
in het financiële systeem.
Ten tweede vindt Wellink het in principe wel een goed idee om de
investeringsactiviteiten apart te zetten van de consumentenbanken. Maar dan
moet het toezicht op die investeringsbanken wel veel beter en strenger
geregeld worden dan nu het geval is. Wellink wees erop dat het omgevallen
Lehman Brothers ook een pure investeringsbank was. Het omvallen van die bank
vernietigde in één klap het vertrouwen dat banken in elkaar hadden.
Dus moeten Amerikaanse investeringsbanken ook onder een streng toezichtregime
geplaatst worden, vindt Wellink. De plannen van Obama voorzien daar niet in,
stelt hij.
Accountants
De accountantkantoren die altijd de jaarrekeningen van banken goedkeurden,
valt ook het één en ander te verwijten, vond de DNB-president.
Externe accountants passen strenge boekhoudregels toe om de balans van een
bank te controleren. Die accountants zien die banken dus uitgebreid van
binnen, en zij zouden "het ons dus wel kunnen melden als ze iets
tegenkomen bij een bank", aldus Wellink.
Aanstaande donderdag komt Nout Wellink weer getuigen voor de commissie-De Wit.
Dan zal hij aan de tand gevoeld worden over Icesave en ABN Amro. Zeer
waarschijnlijk zal DSB niet ter sprake komen: dit is onderwerp van onderzoek
door de commissie-Scheltema.
Lees verder:
- Liveblog
De Wit: Nout Wellink op de pijnbank
- Analyse
Kaj Leers: Reputatie van Wellink op het spel
- Harde
kritiek op DNB bij commissie-De Wit
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl